Met de vaccinaties gloort er licht aan het einde van de coronatunnel. Er wordt steeds meer gesproken over een herstelplan. Daarbij lijkt het vooral te gaan om ‘terug naar normaal’, met de focus vooral op het herstel van economische groei.
Maar we zijn in een andere tijd aangekomen. Laten we even stilstaan bij de oorsprong van de coronacrisis. In het afgelopen jaar hebben talloze wetenschappers erop gewezen dat ze een gevolg is van de wijze waarop we met deze planeet en de natuur omgaan. Datzelfde geldt voor andere grote crises van onze tijd: klimaatverandering, de stikstofproblematiek, de achteruitgang van de biodiversiteit en zelfs de migratiecrises. Ze zijn in wezen terug te voeren naar een achterhaald materialistisch en mechanistisch wereldbeeld, waarin de natuur gezien wordt als ondergeschikt en exploiteerbaar en de Aarde als een verdienmodel. Economische groei wordt dan het uiteindelijke doel van de menselijke samenleving.
Om de structurele problemen op te lossen kunnen we niet terug naar achterhaalde denkbeelden: naar het idee dat de natuur van en voor ons is, dat wij het enige wezen zijn met recht op bestaan, dat menselijk welzijn vooral uit te drukken is in materieel bezit en in economische groei en dat deze groei oneindig zou zijn. We kunnen en mogen niet terug naar business as usual. Dat gaat onherroepelijk en definitief ten koste van de rijke variatie van het leven op deze prachtige planeet, met ook alle consequenties van dien voor menselijk welzijn. Als het oude niet meer deugt, wat is dan de stap die we nu moeten zetten?
We hebben juist geen behoefte aan een herstelplan, maar aan een toekomstvisie die voortkomt uit een nieuw wereldbeeld. Dat nieuwe wereldbeeld komt al op veel maatschappelijke fronten naar voren en heeft door de coronacrisis sterk aan kracht gewonnen. In dat wereldbeeld maakt scheiding plaats voor verbinding. Het is zeer duidelijk geworden dat wat elders in de wereld gebeurt, ook ons treft. Dat wat we de Aarde en natuur aandoen, we tevens onszelf aandoen. In dat nieuwe wereldbeeld zijn culturele en spirituele waarden net zo belangrijk als materiële waarden. De natuur is daarin niet langer een koloniseerbare ruimte of een voorraadkamer van goederen en diensten, maar een wezenlijke partner in het bestaan. De economie is daarin niet langer doel op zichzelf, maar een middel om de werkelijke doelen en waarden van de samenleving te realiseren: ontplooiing en kwaliteit van menselijk leven midden in een vitale natuur. Deze nieuwe geest kan niet terug in de fles. Hem negeren door te denken dat we terug kunnen naar waar we waren gebleven en dat we met een herstelplan een achterhaalde wereld terug kunnen roepen, is misschien wel de meest catastrofale fout die we kunnen maken.
Deze tijd vraagt meer dan een nieuwe bestuurscultuur. Ze vraagt om leiderschap dat ruimte biedt aan de nieuwe waardepatronen. Daarvoor is innerlijke verandering nodig en ook moed om beleid te ontwikkelen voor de lange termijn in plaats van alleen maar kortetermijnbelangen te volgen. Dat betekent onder meer werkelijk investeren in energietransitie, in verduurzaming van industrie en voedselketens, in een ruimtelijke ordening die ruimte biedt aan natuur en biodiversiteit. Dat betekent ook het welzijn van de lokale gemeenschap boven het globaliserende zakenbelang stellen, en het koesteren en ontwikkelen van collectieve, ‘zachte’ en kwetsbare waarden, die moeilijk in marktmodellen te passen zijn, zoals cultuur en inclusiviteit. Dat betekent ook investeren in onderwijs dat onze jongeren deel zal maken van een duurzame toekomst, en een stem zal geven. Maar het gaat niet alleen om bestuur en beleid. De nieuwe tijdgeest vraagt ons individueel de fundamentele, persoonlijke beslissing te nemen om vorm te geven aan onze verbondenheid met elkaar en met de grote gemeenschap van leven waar we deel van uitmaken op deze Aarde. Dat kunnen we doen in de keuzes die we ieder moment maken, in ons consumentengedrag, in onze manier van reizen en de manier waarop we met elkaar en de natuur omgaan. Iedereen doet er toe.
Namens het NatuurCollege,
Irene van Lippe-Biesterfeld, voorzitter
Matthijs Schouten, vicevoorzitter
Klaas van Egmond
Willem Ferwerda
Talitha Muusse
Albert Jan Slomp
Peter Blom