Skip to main content
De eerste Birgit Elandsprijs is dit jaar uitgereikt aan Rianne Kat en Roxanne Bradaczek. De prijs is ter nagedachtenis van Dr. Birgit Elands. Birgit heeft vol overgave haar carrière gewijd aan onderwijs en onderzoek van natuur-mens relaties als een van de drie officiële thema’s aan de Wageningse leerstoelgroep Forest and Nature Conservation Policy (FNP). Zij overleed na een ziekbed in februari 2022.
Vanaf dit jaar zal de prijs jaarlijks toegekend worden aan twee studenten van de WUR voor uitzonderlijk thesisonderzoek waarin de mens-natuur relatie centraal staat. Denk hierbij aan hoe natuur samenhangt met onderwijs, participatie en maatschappij of spiritualiteit en filosofie.

Rianne Kat

Eén van de winnaressen, Rianne Kat onderzocht in haar masterthesis welke ideeën, principes en waarden leidend zijn voor keuzes rondom land en transformatie initiatieven voor duurzaamheid.  Ze formuleerde hierbij een vernieuwd perspectief op landethiek die een alternatief vormt voor een dominante westerse landethiek die optimalisatie en intensivering van productie nog altijd vooropstelt.
Met haar onderzoek laat Kat zien dat transformationele initiatieven zoals beginnende voedselbossen of wildplukcursussen, nu nog vaak weggezet als onrealistisch of te idealistisch, wel degelijk haalbaar zijn. Sterker nog, ze vormen een belangrijke motor achter de ontwikkeling van innovatieve en praktische relaties tussen gemeenschappen van mensen, niet-menselijke dieren, planten, stenen, bodem en water etc.

Lees hier de thesis samenvatting van Rianne Kat

Deze studie heeft een diepgaand inzicht verschaft in de landethiek die wordt ontwikkeld in vier Nederlandse transformationele initiatieven voor duurzaamheid. Ik definieer landethiek als ethische ideeën, principes en waarden die leidend zijn bij keuzes met betrekking tot het land. Met ‘het land’ bedoel ik het web des levens op een bepaalde plek, oftewel de gemeenschappen van mensen, niet-menselijke dieren, planten, rotsen, grond, water enzovoort. In transformationele initiatieven voor duurzaamheid wordt landethiek opnieuw vormgegeven door mensen die ik ‘bioculturele creatieven’ noem. Deze vernieuwde ethiek vormt een alternatief voor de manieren van denken, waarderen en handelen met betrekking tot het land die momenteel dominant zijn in de westerse cultuur. Een nieuwe kijk op ethiek is relevant omdat een verandering in landethiek wordt beschouwd als een belangrijke stap voor samenlevingen om duurzamer te worden. Maar hoe zou zo’n vernieuwde ethiek eruit kunnen zien? Met deze scriptie wilde ik een bijdrage leveren aan deze vraag, door onderzoek te doen naar (1) de landethiek die de transformationele initiatieven ondersteunt, (2) de dynamiek tussen landethiek en praktijk, en (3) de bijdrage van landethiek aan duurzame ontwikkeling buiten de initiatieven. De onderzochte initiatieven zijn een stichting voor voedselbosbouw, een bedrijf dat cursussen geeft in wildplukken, een vereniging die een ecologische wijk heeft gebouwd en een biologische melkveehouderij. Data is verzameld door middel van één-op-één, semigestructureerde interviews. Per initiatief zijn twee bioculturele creatieven geïnterviewd.
Uit de analyse van de casussen is gebleken dat landethiek een belangrijke motor achter de ontwikkeling van innovatieve, praktische relaties met het land is. De landethiek van bioculturele creatieven is als het ware een leidraad die voortdurend in ontwikkeling is. Terugkerende ethische thema’s in initiatieven waren ‘leven in verbondenheid met het land’, ‘minder ingrijpen om natuurlijke processen hun gang te laten gaan’, ‘schade aan het land minimaliseren’ en ‘het land ondersteunen of verzorgen’. In een co-evolutie van ethiek en praktijk raakt de landethiek steeds meer toegesneden op de praktische context van het initiatief. Hierdoor kunnen de transformationele initiatieven aantonen dat bepaalde praktijken – die over het algemeen als onrealistisch of ‘te idealistisch’ worden beschouwd – wel degelijk haalbaar zijn. Voedselbossen maken het bijvoorbeeld mogelijk om natuurlijke processen hun gang te laten gaan en tegelijkertijd voedsel te produceren. Bioculturele creatieven inspireren en ondersteunen andere burgers, boeren en landeigenaren buiten het initiatief met het doorvoeren van praktische verandering. De innovatieve en praktische aard van hun landethiek stelt bioculturele creatieven in staat om op een diep maar tegelijkertijd praktisch niveau bij te dragen aan duurzame ontwikkeling, zowel binnen als buiten hun initiatieven.
Als u meer wilt leren over deze scriptie, kunt u Rianne contacteren via [email protected]

Roxanne Bradaczek

Bradaczek onderzocht in haar masterscriptie de beweegredenen van boeren in het Middellandse Zeegebied om te kiezen voor traditionele landbouwmethodes en -landschappen. Vervolgens gaf ze aanbevelingen voor hoe beleidsmakers hier beter op kunnen inspelen zonder meteen met subsidies te hoeven strooien. Haar onderzoek genoot vooral hoge ogen bij de jury voor de inzichten over beleid voor traditionele en duurzame manieren van boeren in een tijd waarin het risico op intensivering op de loer ligt.

Lees hier de thesis samenvatting van Roxanne Bradaczek

Vanwege cultureel erfgoed en de bijdrage die het levert aan de omgeving zijn traditionele landbouwlandschappen (TAL) het waard om in stand te worden gehouden. Hierom moet de beleidsvorming van relevante actoren zoals landbouwers ondersteunen in het behoud van TAL. De huidige subsidiesystemen, die vooral financiële stimulansen bieden, vormen nog niet de optimale oplossing. Om na te gaan waarom landbouwers in het Middellandse-Zeegebied traditionele landbouwlandschappen in stand houden en hoe de beleidsvorming hen kan ondersteunen, werd in Italië een casestudy uitgevoerd. Deze studie had een drieledige doelstelling; A) de relatie van landbouwers tot hun landschap onderzoeken, B) te begrijpen in welke mate en waardoor landbouwers intrinsiek gemotiveerd zijn om TAL in stand te houden en C) na te gaan welke rol het beleid momenteel en eventueel in de toekomst speelt om deze motivatie in stand te houden en te ondersteunen.
Het onderzoek werd uitgevoerd in het Globally Important Agricultural System (GIAHS) Soave en het door UNESCO erkende landschap van Cinque Terre (beide Italië). Beide hebben een lange geschiedenis van landbouw op steile hellingen en vooral van wijnbouw. Tegelijkertijd zijn beide zeer verschillend geprofileerd wat betreft de economische levensvatbaarheid van hun landbouwactiviteiten en de rol van het toerisme. De studie is gebaseerd op semi-gestructureerde kwalitatieve interviews met zestien landbouwers en twee deskundigen uit beide studiegebieden. Enkele aanvullende indrukken werden gegeven door een vertaler in Cinque Terre.
Uit het onderzoek blijkt dat er een sterke band bestaat tussen de boeren en hun TAL die een intrinsieke motivatie vormt voor landschapsbehoud. Het geeft verder inzicht in waar deze motivatie op gebaseerd is. Het werd duidelijk dat boeren niet per se gestimuleerd maar juist ondersteund moeten worden om TAL in stand te houden. De bevindingen bevestigen de aanvankelijke veronderstelling dat er heel wat andere en misschien substantiëlere manieren zijn dan louter subsidies voor beleidsvorming om de motivatie van landbouwers voor landschapsbehoud te ondersteunen. Deze zouden idealiter uitgaan van het perspectief van de boeren en rekening houden met de moeilijkheden die zij ondervinden bij hun eigen pogingen om TAL in stand te houden.
Als u meer wilt leren over deze scriptie, kunt u Roxane contacteren via [email protected]
… and as a comparison the original, English version:
Due to their environmental functions and cultural heritage, Traditional Agricultural Landscapes (TAL) are worthy of conservation. To achieve this, policy making should support the conservation motivation of relevant actors such as farmers. The current subsidy systems which provide mainly monetary incen- tives might not yet be the optimal solution. To find out why farmers conserve TAL in the Mediterranean and how policy-making can support them, a case study was carried out in Italy. This study aimed to A) investigate the relationship of farmers to their landscape, B) understand to which extent and by what farmers are intrinsically motivated to conserve TAL and C) find out which role policies play currently and possibly in the future to maintain and support this motivation.
The research was undertaken in the Globally Important Agricultural System (GIAHS) Soave and the UNESCO-recognized landscape of Cinque Terre (both Italy). Both have a long history in steep slope ag- riculture and especially viticulture. At the same time, both are significantly differently profiled in terms of the economic viability of their agricultural activities and the role of tourism. The study is based on semi-structured qualitative interviews with sixteen farmers and two experts from both study sites. Some additional impressions were given by a translator in Cinque Terre.
The research shows that there is a strong relationship of the farmers with their TAL that provides an intrinsic motivation for landscape conservation. It further gives an insight on what this motivation is based on. It became evident that farmers don’t necessarily need to be incentivized but rather supported to conserve TAL. The findings confirm the initial assumption that there are a lot of other and maybe more substantial ways than mere subsidies for policy making to support the landscape conservation motivation of farmers. These would ideally start from the farmers’ perspective and pick up on the difficulties that they face in their own attempts to conserve TAL.
Samen met juryleden, familie van Elands en andere aanwezigen liepen de winnaars na een ceremonie naar het Droevendaalse voedselbos om hun prijs in de grond te zetten en op die manier het gedenkbos voor Dr. Birgit Elands een beetje verder uit te breiden. Kat kreeg de Asimina Triloba, een loofboom die ook wel bekendstaat als Paw paw, ook bekend als de prairiebanaan. Bradaczek plantte een moerbeistruik aan.
Marieke de Haas
X