Als kind was Irene al graag in de natuur en voelde ze zich beschermd door iets groters. Ze werd protestants opgevoed, maar die kerk voelde voor haar te zwaar. Daarom besloot ze katholiek te worden. Een besluit dat in Nederland veel teweegbracht. Toen haar huwelijk strandde en ze niet meer ter communie mocht, voelde ze zich ook in de katholieke kerk niet meer thuis. Sinds een overweldigende ervaring in de bergen voelt ze zich steeds meer deel van de natuur en ziet ze het als haar grote opdracht om mens en natuur dichterbij elkaar te brengen.