Skip to main content
Verslag
Cor Simon

Urgente ontmoetingen
Hoe laten we ons voedsel de Aarde vormgeven?

Over de toekomst van de landbouw en de toekomst van natuur in Nederland. 2 oktober 2024, Kasteel Groeneveld.
In Nederland wordt meer dan 50% van het landoppervlak gebruikt voor landbouw, maar uitdagingen als ruimtegebrek, bodemuitputting, klimaatverandering en biodiversiteitsverlies stapelen zich op. Tijdens deze avond verkennen we drie perspectieven die een mogelijke oplossing bieden voor deze uitdagingen. In de eerste ronde krijgen we drie sessies van elk zo’n 12 minuten. 

a. Cor van der Weele

Cor van der Weele, mede initiatiefnemer van cellulaire agricultuur,  filosofeert zich een weg tussen technologie en natuur. Ze bespreekt kweekvlees als alternatief voor traditionele vleesproductie. Volgens haar is het idee van kweekvlees niet absurder dan onze huidige intensieve veehouderij. Tegelijkertijd kijkt ze naar natuurinclusieve landbouw, geïnspireerd door het boek Diet for a Small Planet (1971) dat peulvruchten voorstelt als een duurzaam alternatief voor dierlijke eiwitten. 

b. Lobke Meekes

Kunstenaar Lobke Meekes nodigt ons uit voor een ervaring. Bij binnenkomst krijgen we een mensnummer, een haarnetje, zetten een handtekening en stappen we een donkere zaal binnen, waar we naast enkele slaplantjes plaatsnemen. De instructie is; neem het drankje, leg je hand op de elektrode en start je donatie van levensenergie en tot morgen weer. Het levert een sciencefiction achtig gevoel op (ik moet denken aan de film Soylent Green).

c. Menno Schilthuizen

Menno Schilthuizen, evolutiebioloog bij Naturalis, richt zich op hoe soorten zich aanpassen aan de door ons gecreëerde omgevingen. Zoals donkere slakken de warmte te veel absorberen en het niet overleven in de warme steden, waardoor lichtere slakken overleven. De vraag die dan oprijst; gaat dit proces van mee-evolueren snel genoeg en maken we ons dan niet te druk? 
Na wat heerlijke versnaperingen verdelen we ons in drie groepjes om te discussiëren. Doel is dat hier een verdiepende vraag uitkomt voor de gezamenlijke eindsessie. Per groepje is er ook iemand die de natuur representeert en iemand die de commune/mens representeert. 
VRAAG AAN LOBKE MEEKES

We voelen een soort ongemak bij het experiment dat we als nummer worden behandeld en het ‘geven’ voor andere levensvormen. Wat is onze rol als mens?

Wij denken als mens alleen maar als consument. Maar we geven wel een koe een nummer om melk te geven. Hoe zien we ons als onderdeel van de kringloop? Het experiment laat ook zien hoe we ons laten beïnvloeden door anderen in groepsverband, en dat kunnen we gebruiken om positieve verandering te stimuleren. 
VRAAG AAN MENNO SCHILTHUIZEN

Gaat de evolutie snel genoeg om zich aan te passen aan onze omgeving? (Of moeten we ons als mens aanpassen?)

Eigenlijk is het antwoord nee. Omdat er slechts een beperkte set genen en organismen zich weten aan te passen en er vele soorten (uit) sterven. Soms moet een organisme ‘wachten’ op een mutatie die een voordeel oplevert in de nieuwe omgeving. Op de vraag of we straks twee soorten krijgen: de homo urbanus en de homo ruralis. Nee, want we verbinden ons juist steeds meer. We moeten bedenken dat de stad voor de mens ook een absurde omgeving is. We veranderen traag omdat we ons zo langzaam regeneren en ook de controle houden. 
VRAAG AAN COR VAN DER WEELE

Welke tegenstelling doet er toe? En hoe kunnen we genoeg voedsel verbouwen binnen de draagkracht van de aarde? 

In plaats van te polariseren in tegenstellingen tussen bijvoorbeeld hoogtechnologisch of natuurinclusief, moeten we de middenweg bewandelen en in beide blijven experimenteren. Wetenschappers zeggen dat de verandering te langzaam gaat omdat we te veel verstrengeld zitten in belangen. Gelukkig zijn er steeds meer (bottom-up) initiatieven die in stroomversnelling gaan. We kunnen zelf klein beginnen met bijvoorbeeld storytelling, collectief staan voor rechten voor natuur en het bieden van voedsel-les op de basisschool. En vergeet niet dat ingrijpende transities een lange aanlooptijd nodig hebben. 

Foto’s Groenfotografie

Cirkel rond

Paul Roncken introduceerde drie wereldbeelden die we kunnen onderscheiden. Deze heb ik vertaald naar onderstaande tekening.
1.        Bodem als basis, natuurinclusief
2.        ½ wilde natuur (E.O. Wilson), ½ technologisch geavanceerd.
3.        Mee evolueren (Menno Schilthuizen)

Tekening Cor Simon

Wat denken we nu van deze wereldbeelden na deze avond? Het idee van E.O. Wilson om de helft van de natuur wildernis te laten, kwam mij als een uitstekend idee over toen ik het boek ooit las. Hekken om waardevolle natuur heen en met rust laten. Maar zijn wij ook niet natuur? Is de consequentie daarvan dat we de andere helft dan heel technologisch zullen inrichten om iedereen te kunnen voeden? Als dat zo is, dan is wereldbeeld drie – mee evolueren – enigszins geruststellend; de natuur past zich wel aan. Maar verandert alles niet veel te snel, te snel voor veel langzaam evoluerende soorten? Spelen we dan geen gevaarlijk spel? In de toekomst zullen ongetwijfeld alle drie de wereldbeelden nodig zijn. Een goede bodem als basis, voor gezonde darmen is denk ik te allen tijde een goed idee. Misschien gaat dat ten koste van efficiënte, al kan kunstmatige intelligentie een positieve rol spelen in het bijsturen van specifieke bodemkwaliteiten en waterbehoeften. En natuurinclusieve landbouw levert ook andere belangrijke waarden op, zoals meer lokaal voedsel, grotere klimaatbestendigheid en overal een beetje meer ruimte voor biodiversiteit. Maar daar hoort kweekvlees gewoon bij; technologie heeft de mens vanaf het begin gediend, Koert van Mensvoort biedt daarin een heel interessant  ‘next nature’ perspectief. We zijn als mens geen anti-natuurlijke soort en grote wereldproblemen kun je oplossen door bij jezelf te beginnen – in verbinding met natuur.
X