Symposium ‘de Groene Voorouder’
15 maart 2024
Speech Matthijs Schouten
Dierbaren,
Ik zal nu eindelijk maar eens uit de kast komen. Sommigen weten het, anderen wellicht niet: ik ben een hippie. Een oude weliswaar, maar toch nog altijd een hippie. Mijn coming of age, vond plaats eind jaren zestig en begin jaren zeventig, toen ik student was aan de universiteit van Nijmegen. In die tijd had een culturele wervelstorm vanuit Californië, via New York, Europa bereikt en die storm voerde ook mij mee. Er zijn aan deze storm diverse namen gegeven: hippiebeweging, flowerpower, beatnik movement. Wat voor naam we er ook aan verlenen, in diepste zin ging het om emancipatie. Emancipatie van de vrouw, emancipatie van minderheden, en dat wordt vaak vergeten, ook emancipatie van de natuur.
In 1962 was het boek ‘Silent Spring’ van Rachel Carson uitgekomen waarin zij beschreef hoe pesticiden die in de landbouw gebruikt worden, in voedselketens terecht komen. En dat boek was ingeslagen als een bom. In de tweede helft van de jaren zestig publiceerde NASA foto’s van de aarde gezien vanuit de ruimte: een kwetsbare lichtblauwe bol in een oneindig zwart heelal. Deze beelden werden iconisch. In 1972 verscheen het rapport van de Club van Rome onder de titel ‘Grenzen aan de groei’. We werden er ons in die tijd van bewust dat de aarde niet alleen kwetsbaar is, maar dat ze al zeer ernstig te lijden had onder menselijk handelen. Dat leidde tot een heftig debat: filosofisch en academisch, maatschappelijk en ook politiek, over de verhouding tussen mens en natuur. Daarin kwamen voor het eerst gezichtspunten naar voren die in het huidige discours over deze relatie nog altijd doorklinken; namelijk dat de mens niet buiten of boven de natuur staat; dat de natuur niet alleen betekenis voor ons heeft, maar ook voor haarzelf. De visies van niet-westerse culturen op de mens-natuur relatie werden ook steeds meer serieus genomen en het beeld van partnerschap met de natuur begon langzaam op te komen.