Skip to main content

Toen prinses Irene van Lippe-Biesterfeld bijna dertig jaar geleden pleitte voor leven in verbinding met de natuur, werd haar boodschap met scepsis ontvangen. Nu lijkt dat tij gekeerd.

De weg naar haar woning voert door de Kaapse Bossen in Doorn. De herfst is in volle gang, midden op het pad staat een vliegenzwam, hoog tussen de stammen krast een raaf. Het is de perfecte prelude voor een gesprek met prinses Irene van Lippe-Biesterfeld, die ons eraan blijft herinneren dat wij mensen deel zijn van de natuur.
“Wij zijn natuur”, zegt ze, terwijl ze de thee inschenkt. “Biologisch gezien is dat duidelijk, maar we voelen het niet meer. We doen alsof wat er met de natuur gebeurt geen gevolgen voor ons heeft.”
Ze vervolgt: “We denken dat we eigenaar zijn van de natuur, of op zijn best een rentmeester die voor de natuur moet zorgen. Maar dat ‘zorgen voor’ ziet er heel anders uit als je deel bent van de natuur dan wanneer je erboven of ernaast staat. Die afgescheidenheid beïnvloedt ons denken, ons leven en onze beslissingen. En ligt aan de wortel van grote problemen als klimaatverandering, uitsterven en natuurvernietiging.”

Hoe is die verbinding verbroken?

“Ik denk dat het begon toen we de landbouw uitvonden. Vanaf dat moment wilden we het land ‘nuttiger’ maken dan het in onze ogen was. We zijn de natuur steeds meer naar onze hand gaan zetten, en dat wordt gereflecteerd in eeuwen westerse filosofie. De oude Grieken bedachten de ‘ladder van de natuur’, met de mens uiteraard bovenaan.
“Volgens Descartes hadden mensen een ziel, maar dieren niet, die bewogen als machines. De wereld is onttoverd, zielloos gemaakt. We zien dieren en planten primair als materie. Maar het ontluiken van een bloem, de ontwikkeling van een embryo, de groei van een boom, dat kun je ook als wonder zien. Zulke verwondering zijn we kwijtgeraakt, ook omdat we zoveel belang toekennen aan rationaliteit en denken boven voelen, ervaren en intuïtie.”

Dat is anders als we wel in verbinding met natuur leven?

“Ja, dan nemen we onze beslissingen niet alleen op basis van wat goed is voor onszelf, maar ook voor andere levensvormen. Het is prima om hout te oogsten uit het bos, maar dan op zo’n manier dat het evenwicht van het overige leven niet geschaad wordt. De opgave is om onze beslissingen natuurinclusief te maken en ons open te stellen voor natuur. Dat vraagt om een grote omschakeling in onze levenshouding.”

Hoe gaat dat, je openstellen voor de natuur?

“Het is mijn werk mensen daarin te begeleiden. Ik neem bijvoorbeeld groepen mee de natuur in. We doen oefeningen, staan stil bij stenen, schimmels, planten en dieren. Je wordt als het ware ondergedompeld in natuur en dat is vaak overweldigend. Ik nodig mensen uit te onderzoeken wat ze daarbij voelen en het op hun eigen leven te betrekken.
“Ze gaan altijd naar huis met stralende ogen. Er zijn zoveel methoden: meditaties, stiltewandelingen. De kern is: ga de natuur in. Gebruik al je zintuigen. Vertraag, probeer niet alleen te kijken maar echt te zien. Oordeel zo min mogelijk. En wees dankbaar.”

U stelt dat verbinding met de natuur ook relaties tussen mensen onderling verbetert.

“Als je je verbonden weet met het grotere geheel van het leven, ga je misschien minder snel oordelen. Je maakt je los van allerlei lagen die de maatschappij op je heeft gelegd. Als planten en dieren in je cirkel van vrienden mogen vallen, krijg je een breder perspectief en kun je ook de mensen anders gaan zien. Daarnaast helpt verbinding met natuur om te vertragen. Ons tempo is nu zo ongekend hoog. Als je meer tijd voor jezelf neemt, om te mediteren of te wandelen of wat dan ook, heeft dat effect op je stemming en hoe je met andere mensen omgaat.”

In het verleden is uw verhaal met enige hoon ontvangen. U werd in de new-agehoek geplaatst als de prinses die met bomen praat.

“Dat was in sommige media, die mijn eerste boek, Dialoog met de natuur uit 1995, nogal venijnig bespotten. Daarin wilde ik een unieke natuurervaring delen, die ik als levensveranderend heb ervaren. Maar ik werd erom uitgelachen. Dat heeft wel pijn gedaan.”

Had u zulke reacties niet kunnen zien aankomen? Uw ideeën gingen regelrecht tegen het dominante wereldbeeld in.

“Dat het zo erg zou zijn, had ik niet verwacht. Maar tegelijkertijd kreeg ik ook heel veel mooie brieven. Eén brief zal ik nooit vergeten: een vereenzaamde man die zijn huis niet meer uitkwam, schreef me dat hij door mijn boek zijn gordijnen weer had opengedaan.”

Hoe wordt uw oproep tegenwoordig ontvangen?

“Volkomen anders. Vooral door jongeren, die voelen er veel voor en willen graag meedoen. Ze vertellen me dat ze mijn boeken ‘verdedigden’ in gesprekken met hun ouders. Jongeren leven al zoveel bewuster, ik vind dat hoopvol.”

Hoe komt deze omslag?

“De tijdgeest is veranderd. Het is inmiddels zonneklaar dat we op een doodlopende weg zitten. De gevolgen, zoals klimaatverandering, zijn niet meer te ontkennen. Het is duidelijk dat we moeten omschakelen, en snel ook. Deze tijd vraagt ons te veranderen.”

Uw geesteskind, NatuurCollege, heeft nu een leerstoel ingesteld. Kan uw benadering gedijen in een academische setting?

“Die wetenschappelijke benadering is heel waardevol, en spannend. Er komt bijvoorbeeld onderzoek naar natuurinclusieve, of natuurexclusieve, besluitvorming binnen bedrijven. Naar verschillende perspectieven van natuurbeleving. Ik heb daar geen invloed op, het is een onafhankelijke leerstoel. Maar ik weet dat ook persoonlijke ervaringen en de emoties die natuur losmaken, onderzocht zullen worden. Daarnaast wil de leerstoelgroep ons bewustzijn verbreden en transformatieve verandering tot stand brengen in onze relatie met de natuur.”

Is dat nog wetenschappelijk, of wordt het meer activistisch?

“Ik denk dat het onderzoek de wereld zoals die nu is kritisch zal beschouwen. Sommigen noemen het action research: onderzoek doen en verandering teweegbrengen gaan hand in hand. Ik verwacht dat met deze leerstoel studenten de ruimte krijgen om verder na te denken over hun eigen rol in het geheel van leven.”

Voelt het voor u als een vorm van erkenning dat er na de scepsis nu een leerstoel is die voortbouwt op uw gedachtengoed?

Na enig nadenken: “Ik denk niet op zo’n manier. Ik ben heel dankbaar voor wat deze leerstoel kan betekenen voor onze relatie met de natuur. Ik heb me vroeger wel heel alleen gevoeld met mijn natuurvisie. Ik ben nadrukkelijk op zoek gegaan naar gelijkgestemden, en vond die in onder anderen Jane Goodall, Rupert Sheldrake, Arne Naess, Matthijs Schouten, of Rigoberta Menchú Tum, een mensenrechtenactiviste en Maya. Toen ik voor het eerst mensen ontmoette die de natuur net zoals ik zagen, was dat heel emotioneel voor mij.”

Tekst Paul de Vries
Beeld Werry Crone

Samen zijn wij co-creatoren voor de toekomst van onze aarde, dit is onze fantastische opdracht.

_ Irene van Lippe-Biesterfeld

X