Skip to main content
Door
Marieke de Haas

Het bos is een van de meest verfijnde infrastructuren ter wereld: Het laboratorium van leven zelf. Meerdere symfonieën bestaan er naast elkaar. Veranderende mozaïeken vervlechten er ineen. Er is aandacht voor de ritmes van leven, onhoorbaar concurrerend in samenspel. Elk leven gevormd naar de pulsen van seizoenen, brengt groei of rotting, is een hapje voor de éen en verslinder van de ander. Voedingsbodem. De melodie vormt zich eindeloos stante pede naar de maat van het leven. Links of rechtsom dissonant harmonieus met het landschap, wat jij daarin ziet, zegt meer over jou dan over het bos. Dat is de rode draad van dit essay. Het raakt daarbij aan wat er is besproken tijdens de workshop van architecte Anja Verdonk en denker des vaderslands, Marjan Slob voor Biobased Economies tijdens Transforming Forests, november ’23.

Tijdens Transforming Forests sprak men over de toekomst van het bos, en daarmee niet onsamenhangend, de toekomst van de mens. Hoe kunnen we een gezamenlijk taal vinden om te spreken over verschillende visies, te dromen, en (on)menselijk activiteiten in en rond het bos. Te zijn. Bestaande blikken op bosbeheer maar ook ecologisch en spirituele motieven werden tijdens deze conferentie na elkaar opgevoerd. Dialoog werd opgezocht, uiteengetrokken soms. Bossen transformeren. Op zoek naar een antwoord: hoe moeten/ kunnen wij zelf veranderen om mee te transformeren met bossen?
Het bos is bouwstof. Medicijn, zuurstof, schuilplaats, warmte, hout. Heel veel hout. Holland betekent eigenlijk Holtland, houtland. Bos is wat hier was, voordat het polderen begon. In een vochtig gematigd klimaat als het onze is de climaxvegetatie een natuurlijk bos of woud. Dat betekent dat als je niets doet met Nederland, het meerendeel uiteindelijk bos zal worden. Europa bestaat vandaag voor 35% uit hout, is ons verteld. Dat betekent genoeg hout voor veel nieuwe woonwijken. Kappen dus, en bouwen maar[1]. In plaats van een negatieve impact op CO2 in de lucht, zoals gewoon is bij staal en beton, slaat hout (tijdelijk) C02 op in onze steden en dorpen. Dubbele winst. Bouwen met hout is nog steeds tijdloos. Dringend eigenlijk, gezien de staat van broeikas Aarde.
[1] “Zelfs als de Europese Unie 30% van haar nieuwe huizen met hout wil bouwen, gelijk aan 300.000 woningen per jaar, leidt dit tot een extra vraag van 15 miljoen m3 hout. Alleen al Zweden produceert jaarlijks meer hout”
Houtprijzen stijgen, maar heeft Europa genoeg voorraad? – WUR
De tijd lijkt nu dus daar. Hakken zult u, naar hartenlust. Hoe kan u het bos een handje helpen? Heterogeen vellen? Weet wat je kapt, wanneer, zodat je er tot in het oneindige zo groot mogelijke hoeveelheden hout uit kan wegslepen, voor familiehuizen, zolderkamertjes, isolatieplaten en raamkozijnen. Het liefst lokaal. Kaalkap misstaat immers op iedere schaal. Of? Kappen maar, de tijd lijkt daar, wat let je?
Het bos is hout, maar hoe een mens of samenleving zich ertoe verhoudt, kleurt ook hoe deze het bos ziet. Marjan Slob presenteerde aan ons de fundamentele manieren waarop je naar een bos kunt kijken en destilleerde vier dominante ontologieën (manieren van zijn) in haar onderzoek. Met andere woorden, haar onderzoek toont een aantal gelijktijdige realiteiten van het bos.
Slob voerde dit onderzoek uit in opdracht van het Planbureau voor de leefomgeving (PBL) die ook wel brood ziet in de houtbouw. Bijvoorbeeld met de recente uitvinding van Cross Laminated Timber (CLT). Een perspectief voor de grote vraag naar duurzame woonruimte. Ook de hoogte in. Toch stuit deze biotische visie op een aantal belemmeringen.
Een nogal deprimerende en economische verklaring voor die belemmeringen is dat duurzame bosbouw nog steeds niet kan concurreren met de productie van staal en beton. De markt is er nog niet klaar voor. Aannemers vinden het te spannend, ze zijn het niet gewend, weten niet wie ze kunnen bellen en zien nog te veel risico. Maar er zijn al wat pioniers, zoals Anja Verdonk, architecte bij Natrufied, en de aannemer waarmee het bureau de Warren opleverde. Zoek maar op. Behalve nieuw hout, zochten zij en haar bureau ook naar toepassingen door het hergebruik van hout. Dat is het mooie eraan. Je kan er iets mee in elkaar zetten, maar het ook weer uit elkaar halen en dan weer in elkaar. Zo kreeg een lading meerpalen, azobe en basralocus hout (tropische hardhout) een nieuw leven als façade van de Warren.
Dit bescheiden succes daargelaten, blijkt bouwen met hout nog altijd 10 tot 15% duurder. We willen wel, maar het loont niet en alles is al duur. Het lijkt erop dat dit zo zal blijven zolang de staal en betonindustrie nog altijd indirect meeprofiteert van fossiele subsidies en het niet hoeft te betalen voor de vervuiling en schade die het veroorzaakt.
Maar, behalve het ‘de-markt-is-er-nog-niet-klaar-voor-argument’ is er nog een andere verklaring voor een hardnekkige weerstand vanuit een onverwachte hoek. De waarschuwing voor nog een frenzy of the forest, een voorspelling van een onverminderde kapitalisering van wat de aarde geeft. Mensen, die afgeschrikt door (plaatjes van) grootschalige kaalgekapt bos een vorm van ecocide ontwaren.
In Nederland komt 8% van het hout dat we gebruiken uit Nederland. Met andere woorden, Nederland is voor 8% zelfvoorzienend in hout. De rest komt uit het buitenland. De bossenstrategie uit 2020 zou daar verandering in willen brengen door de Nederlandse houtproductie nog iets te verhogen. Volgens Maarten Willemen, directeur van de AVIH, Algemene Vereniging Inlands Hout, is dit echter kansloos zoals het nu gaat. Het volume van houtoogst loopt juist achteruit, door een maatschappelijke druk die doet alsof biodiversiteit en houtoogst twee tegenovergestelde grootheden zijn. ‘Niemand heeft ooit het groeien van een boom gezien, dus als je vandaag een boom omzaagt wordt dit eerst en vooral beschouwd als verlies.’ Toch, beheerders reageren erop en trekken zich langzaam terug uit de markt.
Om deze door angst ingegeven weerstand te doorgronden werd Slob benaderd. Of zij het zou kunnen duiden en zo een toekomst waarin houtkap alsnog maatschappelijk breed gedragen is dichterbij te laten komen. Zij ging daarom met mensen van verschillende ‘kampen’ in gesprek om het PBL meer inzicht te geven in de betekenis van bos, die veel verder draagt dan schone constructie.
Het bos is bezieling. Een kracht die je doet verstillen wanneer omringt geraakt door bomen en het leven. Een kracht die weerstand voedt tegen het kappen van bomen. Bomenknuffelaars? Beladen woord. Behoorlijk oneerbiedig ook. Ik begrijp het. Kernachtig stevig en verweven met de levens van de mensen en de dieren en alle anderen. Ook bomen hebben ziel. Als niet zij, dan geen enkel levend wezen. Maar vertrekkend vanuit die optiek, raakt een toekomst met meer houtbouw verder uit het zicht.
Ter illustratie. Woede maar vooral verdriet heerste er in Engeland, toen een mafkees de Sycamore Gap Tree, bij de muur van Hadrianus had omgezaagd. Een publieke schok die leek op rouw ging door het gehele Verenigd Koninkrijk. Het ontlokte zelfs internationale verontwaardiging. Deze plataan, uitgeroepen tot boom van het jaar in 2016, een van de meest gefotografeerde plaatsen van Engeland, was een ijkpunt in de levens van velen. Dat laatste is niet uniek. Bomen zijn ontzettend krachtige symbolen, metaforen voor het leven, families en hun geschiedenissen. Dragers van verhalen. Helers van wonden.
Maak daar dan maar eens een bankje van en verkoop het aan de hoogste bieder – of juist spotgoedkoop. Vloeken in de kerk. Hoe onwerkbaar ook, deze meerduidigheid rondom bomen en het bos bestaat, en moet begrepen in de transitie naar een duurzame economie waarin ook houtbouw een noodzakelijke plek heeft, als je het mij vraagt.
Het bos is landschap en symboliseert verbondenheid. Het kan niet worden beschermd door het te isoleren van de mensenwereld. Sinds de tachtiger jaren combineert het Nederlandse bos 3 zaken: houtproductie, natuurontwikkeling en recreatie. ‘De combinatie van die functies is een unicum’, vertelt Willemen. ‘We zijn een klein bosland, en toch neemt heel Europa ons hierbij als voorbeeld. Het laat ook zien hoe je je als mens op kunt stellen ten opzichte van de natuur. Wij zijn onderdeel van die natuur en juist dit geïntegreerde bosbeheer is het voorbeeldige prototype hiervan’.
Zelfs binnen het bredere financiële landschap begint het besef te dagen, als we Marc Palahi, chef Natuur bij Lombard Odier Investment Managers, mogen geloven. ‘We live on a planet of trees and should transform economy to the way we regenerate wood’. Ook bankiers als Palahi hebben hun pijlers er dus tegenwoordig erop gericht. ‘The biggest carbon sink to secure food production; the biggest source or a circular bioeconomy, for example with woodbased textiles, wood cellulose!’.
Eerst zien, dan geloven of is het een kwestie van tijd voordat hout het nieuwe goud wordt? We hebben nu nog tijd om hier op ethische manier invulling aan te geven, markten te reguleren, en ervoor te zorgen dat er meer wordt geplant dan gekapt. Dat het carbon storage geen hoax zal blijven.
Het bos blijkt een pars pro toto voor de ontwikkelingen van deze tijd. Het kan ons praktische wijsheid geven, eentje die erkent dat er meerdere waarheden naast elkaar kunnen bestaan, ook al voelt de samenkomst daarvan soms compleet onwerkbaar en dissonant. Het huisvest veelbelovende tegenstellingen en polyritmes die behalve leven, dood en rotting ook een bewerkelijk constructief perspectief biedt. Meningen zijn vluchtig, maar bomen zijn dat niet, die groeien langzaam. Dat wordt gemakkelijk vergeten door mensen en hun meningen. Bouwen met hout biedt kansen om mensen weer een idee te geven waar hun huis vandaan komt. Misschien wel waar we zelf vandaan komen.
X