Liefdesbrief aan de Aarde.
Ik wil je voelen, ruiken, proeven, kussen. Ik wil je weten,
horen, verstaan. Leven vanuit het bewustzijn van
gemeenschappelijkheid met je planten, dieren en
mineralen en fungi, jouw hele symfonie van kleur, klank, je
levenkracht, betekent voor mij voortdurend in een wereld
vol wonderen en verwondering zijn. Door jou steeds
dieper te leren kennen, is mijn leven zo veel rijker, voller
en blijder en schoner geworden. Door jou ben ik geworden
die ik ben, in een wereld van kleur en creativiteit. Ik houd
van je wilde woeste verfijnde onbeschrijfelijke schoonheid.
Jouw liefde neem ik in diepe dankbaarheid in mij op en
laat die tot in mijn kern door dringen. Deel van. Mooie
unieke planeet Aarde, cirkelend, gevoed door en in de
kosmos, zon en planeten. Ik houd van je voorspelbaarheid
en grilligheid. Kan bang voor je zijn, ja dat ook: voor de
hoge golven van je oceaan, voor je bevingen, en stormen
over bergen en in valleien, blikseminslag; maar dan weer
de tere kleuren van een zonsondergang.
Ik geef je ook mijn pijn over wat ik je aandoe als mens. Ik
geef je mijn verdriet over het menselijk onbegrip; het
misverstand dat jij ons mensen zou toebehoren. Ik wens
je vrijheid, ruimte, onbeperkt, on-beknot.
Als ik straks van je wegga, neem ik jouw voeding en
leringen en levenskracht die in mij opgeslagen zijn met me
mee als een zaadje, misschien nuttig voor ergens anders.
Dank je Aarde, ik hou van jou.
_ Irene van Lippe