Ik win eigenlijk nooit een prijs. Alleen om die reden al was afgelopen week voor mij een uitzonderlijke week. Eergisteren mocht ik tot mijn grote vreugde (en verrassing, want ik win nóóit een prijs) de jaarlijkse Groeneveldprijs in ontvangst nemen.
En dat heeft weer veel te maken met wat ik op deze plek elke week probeer te doen, al bijna tweeënhalf jaar. De prijs is namelijk voor iemand ‘die zich bijzonder inzet voor het debat over natuur en landschap en die daarbij een afwijkend, kritisch geluid laat horen’. Nou ja zeg … afwijkend is my middle name, en kritisch moet ik wel zijn, moeten wé wel zijn, juist als het gaat over natuur, landschap, klimaat, economie, beleidskeuzes.
Maar ik moet ook realistisch zijn. Het is leuk, een gloedvolle speech, een oorkonde, een grijnsfoto op de website, maar hoe staat het er eigenlijk voor met genoemde thema’s vraagteken uitroepteken. Zet al mijn afwijkende kritische schrijven nog wat serieuze zoden aan allesbepalende dijken?
De stikstofuitstoot in ons land wás veel te hoog, blijft vooralsnog veel te hoog, en het kabinet worstelt door met rechterlijke uitspraken, politiek gekonkel en luidruchtige agrobelangen.
Er kwamen, wederom, vreselijke beelden naar buiten van hoe we met levende wezens (eenden, in dit geval) omgaan, om de onwaarschijnlijk hoge omloopsnelheid van opfokken en afslachten van vee in stand te houden. Die beesten moeten snel-snel in kratten (kooien, vrachtwagens) om op tijd in de hel van het slachthuis te kunnen zijn.
Ik zag Rita Verdonk (Hart voor Den Haag, ja, het kan verkeren …) in een bijzin bij Jinek klimaatbeleid in twijfel trekken, terwijl ze surfde op grote vreugde vanwege Amerikaanse ontwikkelingen ‘waar wel echt doorgepakt wordt’. Altijd vraag ik me weer af: weten dat soort politici echt niet welke (economische) klimaatschade we al lijden en gaan lijden, of negeren ze liever de feiten op populistische gronden?
En daarover gesproken: we zagen veel en langdurige beelden van een man die in Washington decreten zat weg te tekenen. Terugtrekking uit het klimaatakkoord van Parijs, geen of nauwelijks compensatie voor arme landen, terwijl bovengenoemde economische schade zich opstapelt, terwijl de oceanen (juist ook de ‘Golf van Amerika’) warmer worden, waardoor de neerslag omvangrijker en de orkanen heftiger zullen worden, en terwijl de biodiversiteit (en daarmee de voedselzekerheid) afneemt, wordt in de VS nog harder de weg ingeslagen van fossiele brandstoffen, van drill baby drill en weg met windmolens, van de verdienmodellen van zijn miljardairsvriendjes.
Waarbij en passant alle empathie, alle medemenselijkheid (‘illegalen’, gender, wereldwijde gezondheidszorg) wordt ingeruild voor een vreselijk soort masculiene, luidruchtige energie.
En daar sta je dan, op een podium in Baarn, met je prijs, en je bos bloemen, daar sta je dan, op een mooie plek in de zaterdagse Trouw, met je column.
Ik geloof oprecht dat we, allemaal, juíst moeten volhouden, juist harder inzetten op samenwerking en duurzame keuzes, hoop en bevlogenheid houden, want er is geen aparte planeet voor mannen met showmanship en dikke stiften, geen planeet voor normale mensen met kinderen en kleinkinderen. Er is maar één planeet. En die zullen we met alle middelen moeten blijven beschermen.
Dolf Jansen is cabaretier, schrijver en radiomaker met een felgroen hart. Lees hier zijn columns terug.
Lees hier het interview met Dolf Jansen naar aanleiding van het winnen van de Groeneveldprijs.