Als ik de vertaling opzoek van Beauty lies in the eye of the beholder krijg ik dit: De schoonheid der vrijster ligt in ’s vrijers oog. Schoonheid wordt gedefinieerd door hen die zich aan oordelen wagen; Het antwoord op de vraag zegt meer over de vragensteller dan over het object.
door
Marieke de Haas
Biodiversiteitsverlies: stom of leuk?
De natuur zegt: het maakt mij niet uit, ik deins gewoon mee. De menselijke gemeenschap, tja, die ziet de bui al hangen en vormt zich meningen. Soms komen er welgestelde en maatschappelijk betrokken groepjes mensen bij elkaar om deze gedachtes dat alles te bespreken. Dit soort bijeenkomsten vinden bijvoorbeeld plaats in een auditorium of een kasteel. De gemeenschap beraadslaagt zich dan over de rol van de mensheid binnen de ontwikkelingen van de Natuur. Ze vraagt zich af of de Mens niet wat meer zou moeten teruggeven aan de Natuur. Hoe we nu als mensheid bezig zijn, dat kan eigenlijk en natuurlijk niet.
De gemeenschap, ook ik val daarbinnen want ik ben homo sapiens en tevens geregeld deelgenoot van de Urgente Ontmoetingen dialoogreeks op Groeneveld van NatuurCollege. Ik hoop dan perspectieven op te halen die mij zullen inspireren minder lethargisch door het leven te gaan. Of misschien juist vormen van interactie te ontdekken die mij drijven eens een gesprek aan te knopen met iemand die ik niet ken over zaken die ertoe doen. Gesprekken over de menselijke conditie hebben doorgaans de gewoonte een gevoel op te wekken van diepe schuld en verdoemenis. Vooral wanneer oplossingen worden geopperd die uitgaan van een welvaartsniveau dat voor de meeste mensen altijd onbereikbaar zal blijven. In luchtkastelen kun je niet wonen.
Uit alle andere meningen en ‘eigenlijk zouden we’s’ destilleer ik steeds vaker het sentiment ‘de natuur zal zich wel redden, die heeft een zelf herstellend vermogen’. Ik denk dat dat klopt. Aansluitend aan die van velen andere soorten, zullen het vooral toch de koppen van de homo sapiens zijn, die op de langere termijn op niet geëvenaarde schaal gaan rollen. Eigen schuld dikke bult.
De mens op een grote hoop lijkt misschien gedoemd, en dus kijk ik uiteindelijk liever door mijn eigen ogen dan die van de mensheid. Omdat de term Natuur eigenlijk te groot is om in de mond te nemen, hoor ik liever de liedjes in het bos, zachtjes zingend van verwondering en lichtheid.
Tijdens de urgente ontmoeting van Oktober stond de vraag centraal: Hoe laten we ons voedsel de aarde vormgeven? To bean or not to bean en vormt kweekvlees een tussenoplossing voor de menselijke vraatzucht naar vlees? Als wij een plaag zijn, welke natuurlijke vijand moeten we vrezen? God. Grote vragen, die afleiden van een voor mij wezenlijkere vraag, wie ben ik in de voedselketen? Wat weet ik nou? Uiteindelijk wil ik gewoon het liefste een maaltijd delen met aardig volk. Zij die liever vragen stellen over Natuur en Mens dan daar direct antwoorden op hebben.
Nog steeds zullen welgestelde en maatschappelijk betrokken groepjes mensen bij elkaar blijven komen om gedachtes uit te wisselen over de staat van de wereld en de natuur. Ik vind dat lief en aandoenlijk. Het daagt uit en moedigt aan tot verbinding en nieuwsgierigheid, wanneer de makkelijkere weg is om verlamd in fatalisme te verzanden. Verzuring is van alle tijden maar de Natuur die lacht daarom.
Foto _ Brigitte Elsner, Unsplash